Kasteel Groenesteyn
Alles wat nog is
overgebleven van kasteel Groenesteyn, dat in de 19e eeuw vlak aan
het
water stond, is een merkwaardig poortje op een brug over de
Wetering.
De stichter van Groenesteyn was vermoedelijk Willem
de
Ridder van Groenesteyn. Het goed bleef vanaf het midden van de 15e
eeuw
vele generaties in de familie tot in 1730, toen één van de nazaten
kamerheer werd van de Keurvorst van Mainz en daarom in Duitsland
ging
wonen en het kasteeltje verkocht.
Door vereving kwam het goed
in
het bezit van de graaf Van Lynden van Sandenburg, indertijd
Commissaris
der Koningin, die op het kasteel Sandenburg woonde. De laatste
bewoonster was Anna Wilhelmina Barones van Lynden die in 1847
overleed.
Het kasteel raakte daarna in verval en werd in 1862
gesloopt.
Toen
de Commissaris van de Koningin afscheid nam als Commissaris, heeft
de
Utrechtse Kastelenstichting het poortje laten restaureren. Boven de
ingang zien we de 18e eeuwse wapensteen met het wapen van De Ridder.
Het
bovenste gedeelte van het poortgebouw deed dienst als
duiventil.
Dat poortje heeft voor de bewoners van de
Langbroekerdijk altijd een bijzondere betekenis gehad, door het
eraan
verbonden spookverhaal.
Vroeger, toen het kasteel nog in volle glorie aan de Wetering stond, werden 's avonds om 10 uur de deuren in het poortje afgesloten. Men zegt, dat eens op een warme zomernacht, twee meisjes uit het kasteel het poortje hebben geopend en naar buiten zijn geglipt om langs het water te spelen. Door een noodlottig ongeval, waarvan niemand de oorzaak kent, zijn ze te water geraakt en verdronken. Sindsdien deed zich het merkwaardige verschijnsel voor, dat op warme zomeravonden de poort vanzelf open ging en twee schimmen doorliet, die daarna geruime tijd langs de waterkant in het gras werden gezien. Toch waren 's morgens, als de poortwachter naar buiten kwam, de deuren weer gesloten. En de bewoners van de omliggende boerderijen bezwoeren, dat ze de meisjes die nacht langs het water hadden gezien. De deuren zijn na de restauratie niet meer aangebracht.