Kasteel Lunenburg.
Van kasteel Lunenburg is het onduidelijk wanneer het is gebouwd. Aanvankelijk was het een woontoren met één morgen land (ca. 0,84 ha.). De eerste vermelding ervan vinden we in 1340. In een lange rij van leenmannen komen we Gijsbert De Ridder tegen, de erfgenaam van Sandenburg. In 1563 moest Willem de Ridder het kasteeltje verkopen, omdat hij door verkwisting aan lager wal was geraakt.
In 1860 liet de
toenmalige eigenaar de woonvleugels en stalgebouwen, die in 1680 aan
de
toren waren gebouwd, slopen en de gracht dempen. De toren werd
onderdeel
van een groot landhuis. Tegen het eind van de 19e eeuw is de
Lunenburg
een poos verhuurd geweest aan Maarten Maartenz (de schrijver van der
Poorten Schwartz).
Van 1925 tot 1931 werd de Lunenburg bewoond
door
Reinier van Eibergen Santhagens, die het kasteel van modern comfort
liet
voorzien.
Toen kwam de oorlog. In september 1944 werden er
legerauto's op de plaats onder de hoge bomen gestald. Dat werd de
Lunenburg noodlottig. De geallieerden bombardeerden het kasteel en
maakten het onbewoonbaar.
Meneer E.R. van
Eibergen
Santhagens overleed in 1958 en liet het landgoed na aan zijn
particuliere secretaris. Maar geld voor restauratie was er niet, het
scheelde niet veel of de restanten waren gesloopt. De vergunning
daartoe
was al aangevraagd, maar de Stichting tot behoud van de Lunenburg
slaagde erin, met steun van Monumentenzorg en grote particuliere
offers,
het huis te herstellen. De toren staat nu weer vrij op een eilandje
in
het water. Net als vroeger voert een trap naar de eerste verdieping.
De
bijgebouwen zijn ingericht tot woonhuis, sauna en zwembad.
Na
de
restauratie van 1968 - 1970 is de huidige eigenaar P. Fentener van
Vlissingen.
De prachtig aangelegde tuinen worden bij hoge
uitzondering voor het publiek opengesteld ten bate van een goed
doel.
Het is een puur genoegen door deze tuinen te dwalen, met hun vijvers
in
yin en yang vorm en de harmonische overgang van cultuurtuin in
natuurlijk landschap.