Kasteel Sterkenburg
Kasteel Sterkenburg heeft
een zware ronde toren, die nog zijn middeleeuwse uiterlijk bezit. De
rest is in de 19e eeuw helemaal verbouwd. Gijsbrecht van Wulven is de
stichter geweest. Zijn zoon Ernst ging zich Van Sterkenburg
noemen.
Uit de lange reeks van bewoners van het kasteel halen we
enkele namen van mensen, die tot verbeelding spreken. Daar is dan Anton
van Aeswijn, die op 32-jarige leeftijd in 1647 in het bos van
Sterkenburg werd vermoord. Zijn lichaam werd pas twee dagen later
gevonden en zijn dood is nooit opgehelderd, hoewel zich in het
huisarchief een brief bevindt met bepaalde vermoedens. Daar blijft het
dan bij. Het kon niet uitblijven, er ontstond naar aanleiding hiervan
een spookverhaal. In zijn gedicht 'de Huisbewaarder' schreef Achterberg
immers: 's nachts daalt een vrouwenschim de trappen neer, beschouwd
langdurig ieder onderdeel en lost op in het geheel'. Dit gedeelte van
zijn gedicht schijnt op Sterkenburg te slaan.
Uit de lange reeks
kasteelheren spreekt meneer K.J.F.C. Kneppelhout tot onze verbeelding,
hij kocht Sterkenburg in 1848. Deze Kneppelhout was namelijk een broer
van de bekende schrijver Johannes Kneppelhout, die onder het pseudoniem
'klikspaan', 'studententypen en studentenleven' schreef. Voor de tweede
keer vonden grote verbouwingen plaats. En de familie verbond de naam van
het kasteel aan de familienaam: Kneppelhout van Sterkenburg.
In
1978 werd het kasteel door de nazaten verkocht aan dee heer H. de Groot,
die het kasteel splitste in diverse wooneenheden. De ronde toren is nog
13e eeuws. De smalle ramen van de donjon waren bedoeld als bescherming
tegen beschieting met pijlen. De rest van het huis is 19e eeuws.