Kasteel Walenburg
Walenburg behoort bij
de
kastelen Sandenburg en Groenesteyn.
Vroeger werd Walenburg
Walensteyn genoemd. Al in 1250 werd het genoemd.
Maar de 14,6
meter
hoge toren die er staat is waarschijnlijk 14e eeuws.
De
daaraan gebouwde woonvleugel werd in 1966 afgebroken en in oude
steen
herbouwd door de beroemde architect E.A. Canneman van de Rijksdienst
voor Monumentenzorg. Na zijn pensionering heeft hij zelf lange tijd
als
huurder hier gewoond.
Het eerste deel van de naam Walenburg
komt
van 'wiel', dat poel betekent.
In de lange reeks duikt ook de
naam
De Ridder op, die ook bij Sandenburg en Groenesteyn tegenkomen. Maar
in
1574 maakte Nicolaas de Ridder, destijds de eigenaar, grote schulden
en
moest hij de Walenburg verkopen. Het moet er toen al vervallen uit
hebben gezien.
Latere eigenaren besteedden al even weinig
aandacht
aan het uiterlijk, tot het in 1803 in het bezit kwam van Baron Van
Lynden van Sandenburg. Deze liet de aanbouwsels en de stenen poort
slopen en tegen de toren een boerderij bouwen.
Het kleinste
kasteeltje
van onze reeks is het meest intact gebleven voorbeeld van een
donjon.
Bij de restauratie van 1966 werd bijzondere zorg aan bepaalde
details
besteed, zoals de van buiten af zichtbare boog waarop het tongewelf
van
de kelder rust, de latrine op de derde verdieping, en -uitsluitend
van
binnen zichtbaar- de originele trappen die door de dikke muren
lopen. De
bovenste verdieping heeft nog het authentieke gewelf dat bij bijna
geen
enkel torenkasteel meer te vinden is.
Het poortgebouw dat er nu
staat is nieuw. Maar het werd gebouwd volgens de oude bouwplannen,
die
nog in het bezit van prinses Juliana zijn.
Het kasteeltje ligt
op
een vierkant eilandje. Op het daarachter liggende tweede eilandje
heeft
mevrouw Canneman, tuinarchitecte, een prachtige tuin aangelegd. Toen
het
echtpaar Canneman de Walenburg verliet is de familie Van Lynden van
Sandenburg er gaan wonen.